Het kan verkeren… maar er zijn grenzen

Op 9 november 2022 oordeelde de rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2022:6636) over het volgende:

De werkgever wil de arbeidsovereenkomst met haar Commercieel Directeur met directe ingang beëindigen wegens verwijtbaar handelen, omdat hij – nota bene onder werktijd – er een (seksuele) verhouding met de echtgenote (tevens receptioniste van het bedrijf) van een ondergeschikte (Accountmanager) op na hield. De Accountmanager die achter het overspel was gekomen door een WhatsApp-gesprek dat hij aantrof op zijn privé laptop (die ook door zijn vrouw werd gebruikt) meldde zich vervolgens ziek en gaf zijn leidinggevende (de betreffende Commercieel Directeur) aan ‘er helemaal doorheen te zitten’. Ook meldde hij hetgeen hem onder ogen was gekomen bij de Algemeen Directeur.

De Accountmanager in kwestie, toen nog werkend op contract voor bepaalde tijd, werd vervolgens door de Commercieel Directeur onder druk gezet om zijn werkzaamheden snel op te pakken, waarbij de suggestie werd gewekt dat anders niet kon worden vastgesteld of het contract na het verstrijken van de bepaalde tijd nog wel verlengd zou worden.

Werkgever vraagt onmiddellijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder transitievergoeding, en terugbetaling van het loon dat de Commercieel Directeur heeft ontvangen over de werktijd die hij gespendeerd heeft aan het veelvuldig versturen en ontvangen van privé, seksueel getinte WhatsApp-gesprekken en het hebben van (seks-)afspraken onder werktijd.

De verweerder verklaart ontkennend, althans bagatelliseert en verzoekt de onmiddellijke ontbinding af te wijzen maar rekening te houden met de opzegtermijn en hem de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 2.5000.000, - (!) toe te kennen, met nog enkele andere toeters en bellen.

Ter toelichting stelt de Commercieel Directeur dat de gedragingen die vast zijn komen staan (alle WhatsApp-gesprekken zijn in het geding gebracht, en liegen er niet om) niet kunnen worden beschouwd als ernstig verwijtbaar handelen, nooit in het geding gebracht hadden mogen worden omdat het een schending van de privacy is, dat de tijd die hij daaraan besteed heeft ruimschoots gecompenseerd is met overwerk.

Wat deed de kantonrechter?

De kantonrechter maakt er korte metten mee en acht het gedrag van de Commercieel Directeur ernstig verwijtbaar. Daarbij heeft de kantonrechter meegewogen dat van een werknemer met een dergelijk hoge positie verwacht mag worden dat hij het vertrouwen dat met die positie komt, niet beschaamt. In dat licht is zijn handelen meer dan een beetje onacceptabel. Het verweer van de Commercieel Directeur dat de affaire met de receptioniste ‘slechts een incident’ is, bagatelliseert de affaire volledig, en gaat voorbij aan het feit dat deze affaire maandenlang, onder werktijd en op de werkvloer heeft plaatsgevonden.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst zonder de opzegtermijn in acht te nemen, bepaalt dat de Commercieel Directeur geen aanspraak heeft op een transitievergoeding, al helemaal niet op een billijke vergoeding en veroordeelt de Commercieel Directeur tot terugbetaling van € 1.000,- bruto wegens teveel ontvangen loon (waarvoor niet gewerkt is) en veroordeelt de Commercieel Directeur in de proceskosten.

Een dergelijk scherpe uitspraak zien we maar zelden, maar valt in dit feitencomplex toch wel te begrijpen.
Wil je hier nu meer over weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit.