Concurrentiebeding in de vso, kan dat altijd?

In de kwestie waar het gerechtshof Arnhem – Leeuwarden op 2 juli 2024 (ECLI:NL:GHARL:2024:4352) over oordeelde speelde het volgende. Een werknemer wilde, na het eindigen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarin een concurrentiebeding (in strijd met de wet, want het betrof een contract voor bepaalde tijd) stond opgenomen, voor zichzelf beginnen. Partijen sloten een vaststellingsovereenkomst, waarin een nieuw concurrentiebeding werd opgenomen waaronder mede begrepen een relatiebeding. Vervolgens spreekt de werkgever de ex-werknemer meermaals aan op overtreding van dat relatiebeding en vordert de contractuele boete.

Partijen procederen en uiteindelijk komen zij uit bij het Hof, dat oordeelt dat concurrentiebedingen (een relatiebeding is naar zijn aard ook een concurrentiebeding) in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die niet voldoende gemotiveerd zijn, niet gelden. In het verlengde daarvan, zo oordeelde het Hof, is artikel 7:653 lid 1 BW (motiveringsplicht ter onderbouwing van een zwaarwegend bedrijfsbelang) ook van toepassing op wijzigingen die in een vaststellingsovereenkomst worden opgenomen. Ontbreekt daar de schriftelijke motivering, is ook dat beding nietig, ondanks dat het niet in de arbeidsovereenkomst, maar in de vaststellingsovereenkomst staat.

Het Hof oordeelt dus kortweg dat bij een vaststellingsovereenkomst niet mag worden afgeweken van dwingend recht.

Meer weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit.

Roos VerhoorenNieuws