OR-lidmaatschap: immuniteit voor ontslag?

Als lid van een Ondernemingsraad (OR) heb je ontslagbescherming. Deze bescherming is ingevoerd om te voorkomen dat medewerkers ontslagen worden enkel omdat zij OR-lid zijn. Het idee hierachter is dat een OR-lid alles moet kunnen zeggen, zonder bang te zijn om zijn baan te verliezen.

Deze ontslagbescherming is in de wet vastgelegd in artikel 7:670 lid 4 onder 1 van het Burgerlijk Wetboek en geldt tijdens en tot 2 jaar na de beëindiging van het OR-lidmaatschap. Dit betekent echter niet dat een lid van de Ondernemingsraad immuun is voor ontslag, deze ontslagbescherming gaat namelijk niet in alle situaties op. Het opzegverbod wegens OR-lidmaatschap is niet van toepassing als:

  • de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met de opzegging;

  • de werknemer en werkgever beëindigen met wederzijds goedvinden;

  • het gaat om een opzegging tijdens de proeftijd;

  • een ontslag op staande voet plaatsvindt wegens een dringende reden;

  • er sprake is van bedrijfseconomische gronden;

  • de opzegging gebeurt vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd;

  • het ontslag geen verband houdt met het OR-lidmaatschap;


Bedrijfseconomische gronden
Sinds 2015 kan het UWV toestemming geven om de arbeidsovereenkomst van een OR-lid op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen. Als er sprake is van verval van arbeidsplaatsen of gedeeltelijke bedrijfsbeëindiging én de werknemer ten minste 26 weken werkzaam is geweest op de arbeidsplaats die vervalt, is het opzegverbod niet van toepassing. Het opzegverbod geldt dus alleen gedurende het eerste halfjaar waarin het OR-lid zijn (nieuwe) functie vervult.

Ontbinding houdt geen verband met het opzegverbod
Daarnaast kan de arbeidsovereenkomst van een OR-lid door de kantonrechter worden ontbonden indien het verzoek tot ontbinding geen verband houdt met het opzegverbod. Indien er sprake is van:

  • disfunctioneren;

  • een verstoorde arbeidsverhouding;

  • regelmatig ziekteverzuim met onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering;

  • verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer;

  • werkweigering op grond van een ernstig gewetensbezwaar;

  • andere omstandigheden die maken dat de arbeidsovereenkomst niet in stand kan blijven;

kan de werkgever er voor kiezen om een ontbindingsverzoek in te dienen. Als de kantonrechter vervolgens vaststelt dat er inderdaad sprake is van een rechtsgeldige ontslaggrond, en het ontslag verder niet te maken heeft met het OR-lidmaatschap, kan de overeenkomst tussen partijen gewoon ontbonden worden.

Ziek OR-lid
Indien een OR-lid tevens ziek of arbeidsongeschikt is, kan er enkel ontbonden worden indien het ontbindingsverzoek met geen van beide opzegverboden verband houdt of als er omstandigheden zijn waardoor het in het belang van de werknemer is dat het contract eindigt. Langdurige afwezigheid van een OR-lid in verband met bijvoorbeeld ziekte leidt daarnaast niet automatisch tot een einde van het or-lidmaatschap. Er ontstaat in feite een lege plek aan de or-tafel, die niet ingevuld wordt tenzij een plaatsvervanger benoemd wordt.


Wil je er meer over weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit!