Meer duidelijkheid over de inzet van ZZP'ers?

Inmiddels heeft de overheid de internetconsultatie geopend voor het Wetsvoorstel Verduidelijking zzp en rechtsvermoeden op basis van een tarief. De link naar deze internetconsultatie vind je hier.

Het doel van dit wetsvoorstel is om het zogenaamde ‘in dienst van’ – criterium duidelijker te maken. Van arbeid verrichten in dienst van een werkgever als bedoeld in het 1e lid is, volgens het nieuwe voorstel sprake indien:

a) de arbeid wordt verricht onder een werkinhoudelijke aansturing door de werkgever of;

b) de arbeid of de werknemer organisatorisch zijn ingebed in de organisatie van de werkgever en;

c) de werknemer de arbeid niet voor eigen rekening en risico verricht.

Vervolgens zal er in het voorstel nog een wettelijke rangorde van de zogenaamde abc-toets komen en kan bij nadere maatregel verduidelijking van de begrippen en de zogenaamde wegingsfactoren worden gegeven.

Uit de concept-memorie van toelichting volgt dat de zogenaamde c-toets, het ondernemerschap, in beginsel moet worden betrokken in de te beoordelen rechtsverhouding. Dit gaat om het zogenaamde interne ondernemerschap. Onder omstandigheden kan ook het ondernemerschap buiten de rechtsbetrekking van belang zijn. Dit wordt de zogenaamde C+ genoemd.

 Daarnaast wordt er ook een extra rechtsvermoeden ingevoerd op basis van het tarief. In een nieuw artikel 7:610aa BW is bepaald dat indien tegen een beloning van niet meer dan € 32,24 per uur arbeid wordt verricht, vermoed wordt sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst. Dit bedrag is als volgt tot stand gekomen: het is een optelsom van 120% van het Wet Minimumloon x een factor 1,5. Dit omdat een zzp’er niet alleen maar declarabele uren maakt, maar ook administratie en offertes moet verwerken.

Uber-zaak:

Daarnaast heeft het Hof Amsterdam in de zogenaamde Uber-zaak overwogen om prejudiciële vragen te gaan stellen aan de Hoge Raad over de reikwijdte van de term ondernemerschap zoals genoemd in de het Deliveroo arrest. Het Hof wenst te vernemen of het zo kan zijn dat de rechtsverhouding van twee werkers die precies hetzelfde werk doen voor dezelfde partij, toch verschillend kan worden gekwalificeerd. Daarbij wenst het Hof in het bijzonder te vernemen of het ondernemerschap binnen de te beoordelen rechtsverhouding moet worden beoordeeld en/of dat ook omstandigheden buiten de te beoordelen rechtsverhouding dienen te worden betrokken. Lees hier het arrest van het Hof Amsterdam.  

 Kortom, er is een hoop gaande op het gebied van zzp’ers, en we hopen met zijn allen dat daar in de toekomst een duidelijker kader voor komt.

Heb je hier vragen over of wil je advies? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit!

 

ZZPRoos VerhoorenNieuws