Leer-werkovereenkomst -> arbeidsovereenkomst?

 Werkneemster volgt een opleiding tot verpleegkundige. Met werkgever (een thuiszorgorganisatie) wordt een leer-werkovereenkomst gesloten. Werkneemster sluit met de onderwijsinstelling een BBL-praktijkovereenkomst, zodat werkneemster bij de werkgever het vak van verpleegkundige kan leren, waarvoor zij bij de onderwijsinstelling een opleiding volgt. Werkgever beëindigt de overeenkomst zonder daarbij de regels voor de arbeidsovereenkomst in acht te nemen, en werkneemster komt in verzet. De werkneemster zegt dat hier sprake is van een arbeidsovereenkomst, zodat aan haar een transitievergoeding – en omdat er niet regelmatig is opgezegd, ook een billijke vergoeding – toekomt. Werkgever stelt dat hier sprake is van een leerovereenkomst, omdat in de verhouding tussen partijen het aspect van leren overheerst.

De kantonrechter stelt de werkgever in het gelijk. Werkneemster laat het er niet bij zitten, en stelt hoger beroep in.
 

Wat oordeelt het Hof?

Het Hof stelt dat hier wel sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het arbeidselement overheerst, niet het leerelement. Werkneemster werd ingeroosterd en werkte veelal zelfstandig (zonder begeleiding) met cliënten. Ze ontving een beloning als leerling-werknemer, niet alleen als leerling en maar een klein deel van de arbeidsuren waren bestemd voor onderwijs. Ze was van toegevoegde waarde voor de organisatie en de organisatie had ook een gezagsverhouding (instructiebevoegdheid) (Hof Den Haag 12 september 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1813).

Conclusie: een leer-werkovereenkomst is vaak naar zijn aard (ook) een arbeidsovereenkomst. Alleen wanneer het accent echt overwegend op leren ligt, kan er sprake zijn van een leerovereenkomst.

Wil je hier nou meer over weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit!