No more Goede Vrijdag?

Werkgever, het AMC in samenwerking met het VUMC, heeft zo’n 18.000 medewerkers in dienst. Intern wordt gestreefd naar harmonisering van arbeidsvoorwaarden. In de toepasselijke cao zijn een aantal feestdagen aangewezen waarop de medewerkers standaard vrij zijn. Goede Vrijdag valt daar niet onder. Werkgever is van de cao afgeweken door Goede Vrijdag wel als vaste feestdag aan te wijzen. Daar wil de werkgever vanaf, en werkgever wil in plaats daarvan een extra (vrij op te nemen) vakantiedag aan de werknemers geven. De OR wordt gevraagd in te stemmen met deze wijziging. De OR weigert dat, omdat uit achterbanraadpleging is gebleken dat de meerderheid Goede Vrijdag als collectieve vrije dag wil behouden. De werkgever stapt naar de kantonrechter met een verzoek om vervangende toestemming.

De kantonrechter (ECLI:NL:RBAMS:2023:6243) volgt werkgever. De kantonrechter oordeelt dat de achterbanraadpleging niet heel representatief was (reactiepercentage van 22%) en dat het verschil in uitkomst gering was (50,6% tegen, 49,3% voor). Daar kan een OR, zonder nadere motivering, niet de consequentie van het onthouden van instemming aan verbinden, aldus de kantonrechter. De OR moet meer doen dan het enkel houden van een enquête en vervolgens klakkeloos uit te gaan van die uitslag. De OR dient ook de belangen van de onderneming mee te weten, en dit is kenbaar niet gebeurd. De werkgever heeft een verdedigbaar belang bij het harmoniseren van arbeidsvoorwaarden en het voorstel om dat op deze manier te doen, is redelijk en draagt bovendien positief bij aan de verdeling van werkdruk op de verschillende afdelingen.

 Conclusie: de OR kan in sommige gevallen gepasseerd worden.

Wil je daar meer over weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit!