Schorsen mag niet zomaar

Op 25 september 2023 wees de kantonrechter in Tilburg een vonnis in kort geding waarin een werknemer toelating tot het werk had geëist. De werkgever had deze werknemer, in afwachting van een ontslagaanvraag bij UWV wegens bedrijfseconomische redenen, op non-actief gesteld.

Werknemer komt daartegen op en stelt dat voor deze schorsing een zwaarwegende grond ontbreekt. Werkgever loopt hiermee vooruit op de uitkomst van de ontslagprocedure, en goed werkgeverschap brengt mee dat werknemer het werk mag voortzetten zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt.

Werkgever stelt daartegenover dat de functie niet meer bestaat (hetgeen de grondslag is voor het ontslag) zodat de werkzaamheden zijn komen te vervallen en wedertewerkstelling feitelijk niet kan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In het algemeen geldt  dat een (onvrijwillige) non-actiefstelling (vrijstelling van werk) een zeer ingrijpende maatregel is, die over het algemeen een diffamerend karakter heeft.  Een werknemer heeft belang bij hervatting van werk, mede met het oog op bijhouden van kennis en onderhouden van vaardigheden.

De vraag of de functie van werknemer inderdaad onmiddellijk is komen te vervallen, leent zich niet voor beantwoording in kort geding. Goed werkgeverschap brengt echter ook mee dat een werknemer, zelfs als zijn functie komt te vervallen, de verdere ontwikkelingen in beginsel mag afwachten vanuit een werkende situatie. Voor zover de functie niet meer bestaat en de taken al aan collega’s zijn overgedragen, komt die omstandigheid voor rekening en risico van de werkgever.

De kantonrechter concludeert dat werknemer zonder redelijke en voldoende zwaarwegende grond is geschorst en wijst de vordering van werknemer toe.

 

Wil je er meer over weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit.