Schietpartij in buurthuis: werkgever aansprakelijk voor schade stagiaire
Dat een werkgever een zorgplicht heeft voor zijn werknemers, is algemeen bekend. Maar hoe ver strekt die zorgplicht als werknemers worden blootgesteld aan externe dreigingen? De Rechtbank Amsterdam boog zich onlangs over deze vraag in een zaak waarin een stagiaire tijdens een schietpartij in haar benen werd geraakt. De werkgever, een stichting die zich richt op jongerenwerk in een kwetsbare wijk, werd aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.
Een gevaarlijke werkplek?
De stagiaire liep vanaf september 2017 stage bij de stichting, die actief was in een buurt met een reputatie: ernstige drugscriminaliteit, geweldsincidenten en liquidaties waren er geen uitzondering. Het buurthuis fungeerde als ontmoetingsplek voor sociaal kwetsbare jongeren en had een open karakter—iedereen kon binnenlopen. In de maanden voorafgaand aan het incident vonden er in de omgeving al meerdere schietpartijen plaats.
Op 26 januari 2018 ging het mis. Terwijl de stagiaire in de keuken aan het werk was, ontstond er een schietpartij in het buurthuis. Ze werd geraakt in haar benen en hield daar blijvende zenuwpijn en PTSS aan over. Ze stelde haar werkgever aansprakelijk, met het argument dat deze onvoldoende maatregelen had getroffen om haar veiligheid te waarborgen.
De zorgplicht van de werkgever
Op grond van artikel 7:658 BW moet een werkgever zorg dragen voor een veilige werkomgeving. Maar wat als het gevaar niet van binnenuit komt, maar van buitenaf? De rechter oordeelde dat, gezien de bekende risico’s in de wijk en de doelgroep waarmee werd gewerkt, de stichting méér had moeten doen om werknemers te beschermen.
De stichting verweerde zich door te stellen dat het buurthuis vanwege zijn maatschappelijke functie laagdrempelig moest blijven en dat aanvullende veiligheidsmaatregelen niet haalbaar waren. De rechter vond dat argument niet overtuigend. Een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) was wel opgesteld, maar te algemeen van aard en hield onvoldoende rekening met de concrete gevaren van de buurt en de doelgroep. De conclusie: de stichting had haar zorgplicht geschonden.
Causaal verband
Was de schade van de stagiaire te voorkomen geweest? Dat is een lastige vraag. De rechter erkende dat het niet met zekerheid te zeggen is of extra veiligheidsmaatregelen het incident hadden kunnen voorkomen. Maar: als de stichting bijvoorbeeld een toegangscontrolesysteem had ingevoerd, had dit mogelijk tijd gewonnen of de dader afgeschrikt. De stichting draagt de bewijslast hier. Omdat de stichting onvoldoende kon bewijzen dat de schade ook met extra maatregelen onvermijdelijk was geweest, werd het verweer over het ontbreken van causaal verband verworpen. De stichting werd aansprakelijk gesteld voor de geleden schade van de stagiaire.
Meer weten? Bel Kaper Nooijen Advocaten. Wij weten hoe het zit.